Kinderen met problemen in de executieve functies kunnen onvoldoende gebruik maken van hun intellectuele capaciteiten. De moeilijkheden die ze ervaren kunnen zich op alle vakgebieden voordoen en
zijn het gevolg van het ontbreken van deze (neuropsychologische) vaardigheden waarover je moet beschikken om taken uit te voeren. Het gaat over controlerende en aansturende functies van ons
gedrag en denken.
Met deze vaardigheden kunnen we activiteiten plannen en organiseren, aandacht ergens op gericht houden en de uitvoering van een taak volhouden. Executieve functies stellen ons in staat om emoties
te reguleren en gedachten te monitoren, zodat we efficiënter en effectiever kunnen werken. Eenvoudig gezegd helpen deze vaardigheden ons gedrag te reguleren.
Voorbeelden van executieve functies:
Werkgeheugen, emotieregulatie, planning, flexibiliteit, volgehouden aandacht, taakgerichtheid.
We maken gebruik van vragenlijsten (voor 6-8 jaar en 9-12 jaar) om de zwakke en sterke kanten van het kind in kaart te brengen. Op basis van de uitkomst bieden we passende interventies. Dit kan
op het kind gericht zijn door het aanleren van vaardigheden die nog onvoldoende ontwikkeld zijn of door het coachen van leerkrachtgedrag.